Top 200 Amateurclubs: Legmeervogels gaat voor NMC Bright-certificering

Legmeervogels heeft nog altijd een stijgende lijn op de ranglijst te pakken. Waar we de vereniging in 2020 nog op plaats 120 terugvonden, staat het dit jaar op de 100ste positie. "Dat komt bovenal omdat we onze jeugdspelers steeds vaker voor de club weten te behouden en niet aan verenigingen in de buurt verliezen", legt Henny Snel, technisch manager van Legmeervogels, uit. "Daarmee gaat het niveau van de gehele jeugdopleiding steeds verder omhoog." Legmeervogels zet op selectieteams gekwalificeerde trainers die al langere tijd aan de club zijn verbonden. "Dat vergroot natuurlijk het clubgevoel, want de trainers weten precies wat het inhoudt om bij Legmeervogels rond te lopen. Ze kennen de club en zorgen voor de benodigde rust in de organisatie."

Het betekent echter niet dat Legmeervogels rustig achterover kan leunen. Snel vindt namelijk dat er nog voldoende onderdelen binnen de vereniging zijn die beter kunnen. "Je moet altijd de ambitie hebben om op alle facetten beter te worden. We zijn momenteel bezig met een NMC Bright-certificering, die we in oktober hopen binnen te hebben." Voor die certificering kan een club kiezen tussen een internationale voetbalacademie, nationale voetbalacademie, regionale jeugdopleiding en lokale jeugdopleiding. "Wij kiezen voor dat laatste. In de toekomst hopen we met nóg betere jeugdspelers in de gelederen met het eerste team op minimaal het niveau van de eerste klasse te spelen."

De insteek van Legmeervogels blijft dat er veel energie naar eigen jeugdspelers gaat, waardoor Snel niet verwacht dat de club op de ranglijst ooit in de top 50 terechtkomt. "We willen ons als vereniging bovenal richten op eigen jeugd en clubbinding. Vooropstaand is iedereen van buitenaf bij Legmeervogels welkom, maar we kijken wel eerst naar wie in onze jeugdopleiding rondloopt. Als een nieuwe voetballer niet beter is dan onze eigen speler, dan kiezen we voor de laatste." Ook voor het eerste elftal houdt de club rekening met doorstroming. "Jaarlijks hebben we 16 spelers in het eerste team, waardoor voor talenten voldoende ruimte overblijft om mee te trainen. Zo moeten ze een betere aansluiting vinden bij onze A-selectie."